ilie C
vijf werelddeelen,-?en in andere plaatsen?, was d
en gevat als hij zijn mocht, hij was altijd een eerlijk man gebleven, en niemand had het recht hem te tellen onder de schurftige schapen van de zwervende kudde der straatkunstenmakers. Hij w
, eenige jaren later verloor hij ook zijnen vader en toen had een rondreizende kunstenmakerstroep, die juist voorbijtrok, hem tot zich genomen. Zoo had hij zijne kinderjaren doorgebracht met op zijn hoofd te staan, op zijne handen te loopen en sprongen in de lucht te maken. Hij werd achtereenvolgens paljas, kunstenmaker in alle vakken en verdiende met de vlugheid zij
slijten de scherpe hoeken er af. In de vijf-en-veertig jaren dat hij aan 't rollen was, had Cesar Cascabel zooveel geleerd en ondervonden, dat hij van het leven alles wist wat iemand er van te weten kan komen. Hij verwonderde zich over niets meer en niets was meer in staat hem van zijn stuk te brengen. Al zwervende van de eene kermis naar de andere in alle
d en door den wind verweerd; onder zijn grooten neus droeg hij een knevel zonder punten en aan zijne gebruinde wangen een paar heele korte bakkebaarden; zijne oogen waren blauw, levendig en doordringend en hadden eene goedaardige uitdrukking; in zijnen mond ontbrak nog maar één van de drie-en-der
dien was hij een meester in de edele kunst van buikspreken, eene soort van kermisvertooning welke reeds van overouden tijd dagteekent, want de kerkvader Eustachius verzekert dat de priesteres van Endor, die voor Saul waarzegde, niets and
e hij diens beulen, de Engelschen, die hij allen voor nakomelingen van den gemeenen Hudson Lowe, Napoleon's gevangenbewaarder op Sint Helena, hield. Hij had dan ook nooit verkozen te ?werken? voor de koningin van
n clowns en goochelaars. Hij was niets meer dan een gewone kermisreiziger, die als het mooi weer was op de pleinen en markten in de open lucht, en als het regende onder eene tent zijne kunsten vertoonde. Met d
De familie Cascabel maakte zich gereed naar Europa terug te keeren. Na de Vereenigde Staten over bijna hunne geheele breedte doorgetro
erwonnen moesten worden. Zijnen weg door het leven te vinden, beschouwde hij als zijne bestemming. Even als de hertog van Dantzig,
hij dan ook in zijn lev
nambule, de koningin aller electrische vrouwen, gesierd door alle bekoorlijkheden harer sekse, bezitster aller deugden die de kroon uitmaken eener huismoeder,
van zijnen vader te vragen vóór dat hij tot dien stap overging? Geen oogenblik, vooreerst, zeide hij, dewijl zijn vader ook hem niet geraadpleegd had toen hij in het huwelijk trad, en in de tweede plaats dewijl die brave man niet meer
n, die hunne ouders in alles waardig zouden zijn, dat scheen den gemoedelijken straatkunstenaar eene zaak die als van zelve sprak. Gedurende eene pauze snelde hij het tooneel op, liet zich aan Cornelia Vadarasse voorstellen en gaf haar terstond te verstaan dat zij beiden als franschen bestemd waren, elkander hart en hand te schenken. Onder de toeschouwers bevond zich een geestelijke; deze werd naar de gezelschapszaal der artisten getroond
Casc
eid en vlugheid bij te pas kwamen, zonder dat hij zich op dit talent het minste liet voorstaan. Het was een zachtaardige, stille jongen, bruin van gelaatskleur als zijne moeder, doch met blauwe oogen. Hij had veel pleizier in lezen en maakte van alle voorkomende gelegenheden gebruik om iets te leeren. Zonder dat hij zich over het beroep zijner ouders schaamde, geloofde hij toch dat er iets beters voor hem te doen was dan kunsten vo
g als een aap, en zoo glad als een aal. Hij was nog maar drie voet zes duim lang en niet groot dus voor zijnen leeftijd, maar hij was naar het zeggen van zijnen vader met éénen luchtsprong in de wereld gekomen en nu reeds een e
t weinig trotsch op was. Jan's vader, die zichzelf in den naam Cesar verheugen mocht, had voor zijn oudsten zoon zeker iets anders verlangd, iets meer in overeenstemming met de bewondering die hij voor beroemde krijgshelden koesterde, maar hij had bij het kiezen van eenen
arzeld te hebben tusschen Hamilcar, Attila of Hannibal, eindigde Cesar met he
d deze Hersilia willen noemen, maar haar man stond er op dat zij Na
leven. Bevallig in al hare bewegingen en goed van aanleg, bracht zij het in de edele kunst van koorddansen spoedig tot eene aanmerkelijke hoogte. Zooals zij met hare wee de stille hoop dat haar dochtertje eenmaal een voornaam huwelijk zou doen. Dat is immers een van die dingen welke in het wisselvallige leven van straatkunstenaars af en
es, meende Cesar, die de zaken
gebeurt ook in he
en tot vrouw namen. Trouwens, zooals de zaken tegenwoordig gesteld zijn,
ing eener menschen-pyramide, waarbij de artisten twee aan twee op elkanders schouders gaan staan, ware het mis
as altijd beschikbaar om bij buitengew
Napoleona. (
n waar zij geboren zijn; die door de liefdadigheid van vreemden groot worden gebracht en te eten krijgen voor zoover er iets voor hen overblijft; die tot oppassende menschen kunnen opgroeien wanneer hunne inborst goed is, zoodat zij weerstand weten t
n aan zijn figuur, want hij was zoo mager als een spijker. Zij hadden hem dus even goed Draadnagel kunnen noemen, maar Kruidnagel klo
ooals het in de engelsch sprekende kunstenmakerswereld heet. Dat is een treurig bestaan, al verdient men er ook ten naaste bij den kost mede. Zich insmeeren met schoensmeer, zich tot een ?neger? maken, zich in een zwarten rok en broek, een wit vest en eene witte das steken, om zoo toegetakeld de malste liedjes te zingen en op e
u dat hij zich voor een amerikaan had uitgegeven terwijl hij een geboren engelschman was! Een landgenoot van John Bull in eenen troep fransche kunstenmakers! Een afstammeling van di
zijt, verzoek ik u in den kortst mogelijken tijd uwe biezen te pakken, indien gi
nders op het breedste gedeelte van zijne paljassenbroek eenen schop
nst zoowel als het werk van stalknecht bij de paarden of van keukenjongen als Cornelia h
uin te tellen. Hij was een wonderlijk schepsel, met zijn puntig toeloopend hoofd, zijne geelachtige haren, zijne ronde, domme oogen, zijn vervaarlijk langen neus, waar hij een half dozijn brillen op wist te zetten hetgeen altijd een groot gelach onder het publiek deed opgaan, zijne wijd uitstaande ooren, zijn ooievaarshals en zijn mageren romp op een paar spi
e zeggen, alles wat er menschelijks was in den k
jacht, maar onmisbaar om op de rollende woning te passen. Vervolgens een poedel, een aardig en vernuftig dier
esten geven. Dan was er een Javaansche papegaai, antwoordende op den naam Jako, die door zijnen vriend Sander vlijtig onderricht werd en dank zij diens lessen, tien uren van de twaalf snaterde, zong of floot. Eindelijk nog twee paarden, een paar goede beeste
arden, die op wedrennen te Parijs op engelsche mededingers den prijs behaald hebben. Maar eenige andere overeenkomst met deze
de patrijshond op dien van Wagram. Niemand behoeft te vragen ho
derscheiding hij aan zijne buiten
uit een loffelijk gevoel van vaderlandsliefde, al erkennen wij dat zulke gevoelens van
grooten man, die onder eene hagelbui van kogels zijne soldaten toeriep: ?Volgt
t Hendrik de Vierde en niet Napoleon gew
. Maar Napoleon was er de man
en John Bull de aa