op een
gekleed, met een rozenkrans van blauwe kralen, die haar half als armband diende en de
n te gaan, tot groote verwondering en ergernis der goede tante, die haar nichtje voor vroom en bidva
s wel beter kennen dan u, tante," had de ander tot haar gezegd, om een eind
en beursje, terwijl tante de sporen van 't afgeloopen feest wilde uitwisschen en haar veeren
popelen en beven. Ach, nu wou ze wel weer in 't rustige klooster wezen, onder haar vri
iago. "Je moet naar boven, je bent erg bleek, je hebt verande
ria Clara zoo rood als een klap
ren te halen en afscheid te nemen van je vriendinnen," ging Capitán Tiag
er de ziel, wanneer men voor altijd een oord gaat verlaten, waar m
eetvader is niet meer in San Diego. De pastoor, dien je gisteravond hier gezien heb
kte tante Isabel op. "Bovendien hebben we d
llen omhelzen, maar ze hoorde een
dde Capitán Tiago en van too
Crisó
op de trap en daarna een heldere mannelijke stem. Als had die stem tooverkracht bezeten, onttrok het jongemeisje zich aan haar ontvoering en liep hard weg, om zich te
. Hij vroeg naar haar. Dol van vreugde kuste ze den heilige, die 't dichtst bij de hand stond, den heiligen Antonius. Daarna zocht ze een gaatje om naar hem te kijken, hem op te nemen; ze zag door
oude ten slotte uitbrengen, terwijl ze ee
n en bedekte zich de oog
lijken toon eraan toe, "terwijl hij met je vader ov
den als een kind en beiden s
e Isabel verscheen, die haar nichtje half met zich meesleep
daarna slechts één blik: hun
zoodat gij ervan huiverdet, roode bloempjes van 't "engelen haar"? Vertelt het, gij die geuren in uw adem, kleuren op uw lipjes hebt; gij zefir die vreemde melodie?n leerdet in 't geheim van den duisteren nacht, in 't my
lt, zal ik 't zelf
ar"-de glazen ballons, de gedroogde visschen en de Chineesche lampen. Het geplas van een "sagoean" (roei-riem uit één stuk hout) in de troebel
jullie door de heele buurt i
ijkend op grootspraak voor de Europeesche menschen; smakelijk als honig voo
ch. "Heb je me op je vele reizen niet vergeten? Zo
ntwijken en is een beet
uziek hoorde, alsof ik het bleeke gezicht van de doode zag glimlachen.... O, als mijn ouders nog leefden... en je konden zien! Ik greep toen je hand en die van mijn moeder, ik zwoer je lief te hebben en je gelukkig te zullen maken, welk lot me ook door den hemel beschoren zou worden. Die eed heeft me nooit bezwaard, en daarom vernieuw ik dien nu. Kon ik je vergeten? Je leek me daar in 't verre Europa mijn fee, de geest, de dichterlijke vleeschwording van mijn vaderland, mooie, eenvoudige, kinderlijke dochter van 't Filippijnsche land, 't heerlijke land, dat de deugden van 't Spaansche moederland ver
er 's zoo ruzie met je kon hebben... om dan daarna weer goede vrienden te worden. Weet je nog toen we met je moeder samen in dat beekje gingen baden? Jij was, toen ik de mooie vlinders achterna liep, ineens weg en toen je terugkwam had je een krans van blaren en bloemen bij je; dien zette je op mijn hoofd en noemde me Clo?. Ik maakte er toen ook een voor jou van klimop. Maar je moeder pakte gauw mijn krans, wreef die fijn met een steen, samen met de 'gogo'-een soort 'merang'-waarmee ze onze hoofden zou wasschen. Jij kreeg tranen in de oogen en zei, dat zij n
voor den dag en nam er een papier uit, waarin een paa
jes!" antwoordde
wat je me ooit
t snel een zakje van wi
ze, en gaf hem een
: dat 's een a
n ik je voor mijn ver
it een andere gesc
k je daarin t
oe welgevallig haar die leugentjes waren. "Stil! ik zal je den brief voor
r oogen houdende, om te maken, dat de j
aar bladeren, zoodra men ze maar een korten tijd niet begiet. Een oogenblik van hitte doet haar verdorren." Wel, kijk, je bent bijna een jonge man, en je schreit nog!"-Dit verwijt trof me en ik bekende, dat ik je liefhad. Mijn vader zweeg, dacht even na en zijn hand op mijn schouder leggend, zeide hij me met bevende stem: "Denk je, dat jij alleen kunt liefhebben, dat je vader niet van jou houdt en 't niet naar vindt van je te scheiden? Kort geleden hebben we je moeder verloren. Ik word al zoetjes-aan oud, en ik kom zoo op den leeftijd, dat men den steun en de troost aan de jeugd zoekt. En t
en: de jongeman was bleek, en stapte van 't ee
? wat is er?"
chten heb, dat ik nu dadelijk naar 't dorp
met haar groote droomoogen aan en een p
lkaar over eenige dagen terug! Leg d
af, vergezeld door Capitán Tiago en tante Isabel, te
ria en Isabel komen gauw! Goeie reis!" zeide Capitán Tiago, terwijl Ibarra in
t tot Maria Clara, die lag te schreie
er reizigers! Steek ook de lamp aan van onze Lieve Vrouw van Vrede en Goede Reis, want er zijn een boel toelisan's (roovers