De afsluiting en droogmaking der Zuiderzee. Weerlegging van bezwaren. / Chapter 5 De aanwinst van grondgebied. | 25.00%eteekenis van Ne
een gansche provincie, bestaande uit zeer vruchtbare grond
jk ingelijfd, maar de uitbreiding der bestaansmiddelen, die vele duizenden tot wel
der g
n groot gedeelte af van den aard van den aangewonnen
1878 voor de verbetering van het Zwolsche Diep 102 boringen uitvoeren. In het Wieringermeer zijn in 1869 grondboringen verricht23); bovendien zijn er daar in 1880 nog 120 gedaan. Op de Wadden t. Z. van Ameland zijn blijkens het Verslag v. Commissarissen der Maatschappij tot landaanwinning op de Fries
fsluitdijk vallen 1049
gedaan door Prof. van Bemmelen en de uitkomsten zijn meegedeeld in zi
aliteit gelijk zullen zijn aan de kleigronden der IJpolders en dat de lichte kleigronden" (50 à 70 perc.
wam op grond daarvan en van het onderzoek van Prof. van Bemmelen tot het besluit: ?dat minstens ? van de gronden der toekom
bemesting wel degelijk een belangrijk voortbrengingsvermogen vermogen kunnen hebben, vooral als zij laag genoeg liggen ten opzichte van den algemeenen waterstand om tot grasla
eid der nieuwe gronden betr
rdheid der gronden zelve af, maar ook van een goede afwate
den, m. a. w. het polderwater moet op voldoend laag peil kunnen gebrac
der nieuw
ens. Prof. van Bemmelen zegt daaromtrent: ?Hoe snel de uitspoeling van de chloruren plaats heeft, zoodra
uwsche polders, dan valt het groote verschil in het oog. Dit verschil is alleen aan de bemaling toe te schrijven. De genoemde polders werden gebrekki
heidshalve op 2 M. beneden de laagste daarin voorkomende terreinen zijn gesteld op het tijdstip dat deze droogvallen,-de Zuiderzee-Vereeniging, die niet op 1 M. maar
der gronden vó
ronden worden dan zoogenaamd zwart gemaakt, gruppels en slooten, die in 't begin telkens weer toeschieten, worden geschoten en herschoten, de verharding der wegen waar noodig verbeterd, enz. Ook in het Wetsontwerp v. 1907 betr. de droogmaking van de Wieringermeer werd daarop gerekend. In dien tijd kunne
hebben voor de rationeele cultuur der nieuwe gronden, d
en perceel
hoofdwegen er langs, landwegen, hoofd- en kruistochten, kavel- en hein- of tussche
oor de droogmaking van de Wieringermeer van 1907 door den toenmaligen Minister van Landbouw, Handel en Nijverheid een C
roeger ondervonden
vroeger met nieuw drooggemaakte of ingedijkte gronden het geval is geweest. Maar die vrees kwam voort uit onvoldoende kennis van d
cht. Daarom mag men de Zuiderzeegronden niet vergelijken met die van den Haarlemmermeerpolder, die gedeeltelijk uit zand en veen bestaan, en die dan ook in onzen tijd me
or velen min of meer gebrekkig. Het langjarig gesukkel met de afwatering was, behalve aan de onvoldoende loozingsmiddelen, vooral te wijten aan de omstandigheid, dat de slooten door de eigenaars voor ophouding van water mocht
eft kunnen wij ons voordeel doen, terwijl de hulpmiddelen der m
opbrengsten der
die van de Waard- en Groetpolders, al komen zij voor het grootste gedeelte waarschijnlijk nog meer met de zwaardere gronden der dro
n lichte zavelgronden ?50.- en van de zwaardere ?90.- de HA. en dat men dus met de Staatscommissie van de Zuiderzeegronden een gemiddelde jaarlijksche netto-opbrengst van ?60.- p. HA. veilig mag aannemen, na aftrek van de polderlasten. In het nu aanhangige
w, Handel en Nijverheid aan die vereeniging welwillend een aantal gegevens verstrekt, waaruit de gemiddelde jaarlijksche brut
n Groetpolders
polders
r 1911
k Noord-Brabant
veland (kle
dbouwstreek van Groni
s wel een gemiddelde bruto-opbrengs
ellend, komt men dus tot een netto-opbrengst van 16 millioen
uitgifte d
goede komen aan den eigenaar, de kwade daarentegen aan den pachter. Verbetering der gronden b.v. door verbeterde afwatering of door betere behandeling door den gebruiker zelven, verbetering der verkeersmiddelen, enz. teekenen zich dadelijk af in verhooging der pacht aan het einde van den pachttermijn. De schade door droogte, natte jaren, misgewas, enz. veroorzaakt, worden door den pachter geleden. Deze kan zelden of nooit de verliezen van slech
s-moet uitgesloten zijn, opdat niet het grootkapitaal zich op de nieuwe gronden werpt met alle nadeelen aan het oude pachtstelsel verbonden. Verkoop zou echter toch wel ku
en tot meer welvaart te komen, zou men b. v. den grond kunnen uitgeven tegen betaling van rente
nnen zekeren tijd moet worden afgelost. Men wil zelfs aan hen die zulks verla
opzichten moeilijk en slechts geleidelijk te veranderen is. Voor zoover het noodig of gewenscht zal zijn de gronden ook in handen van niet-eigenerfde gebruikers te brengen, zal men een stelsel kunnen volgen, dat door de meest gezagh
eringermeer, opgem. d. d. Commissie
ek der grondmonsters handelt uitvoe
er grondboringen in de Zuiderzee v. 1875, gev. als Bijl. N bij het Ontwerp van Wet omtrent
vialen bodem v. Nederland (Uitg. d. Kon. Ak.
De Economische Beteekenis van de Afsluiting e
uwkundig onderzoek doen voor de droog t
§
Toelichting bij dat
Blz.
t en Vissering. De Economische Beteekenis v. d. afsl. en
Bijl. XI van dat Verslag: Rapport v. d. HH.
g der Zuiderzee. Beverwijk 1901. (Het ag

GOOGLE PLAY