aan niets anders meer scheen te denken. Hij bracht des avonds schrijfwerk mede, bleef met de pen in de hand zitten, totdat zijne ouders hem herinnerden, d
e afwezige vriendin even krachtig als te voren in hem weder, en hij spoorde zijne moeder aan om eenen brief aan Lieveken
alles weten, even alsof zij zelve er bij tegenwoordig ware geweest. Hij vergat insgelijks niet te juichen over de toekomst, die hem aanlachte, en beroemde zich, dat, indien Gods bescherming hem bijbleef, hij zijne ouders mettertijd rijk en gelukkig zou maken. Zij moest seffens antwoor
, en van dan af wachtte Bavo met
middag en elken avond, als Bavo zijn bureel verliet, liep hi
moeder, is er
zoon," antwoordde vrouw
over de waarschijnlijke redenen dezer stilzwijgendheid van Lieveken. Was zij ziek misschien? Was haar een ongeluk overkomen? Had men zich in h
htig in hem. Zoolang hij op zijn bureel was, overspande hij zijne wilskracht en worstelde zegevierend tegen het verdriet
e oude meester-klerk met eene
gij zwaarmoedig en treurig zijt. Vrees niet, gij doet meer en beter dan men van u kan verwachten. M. Raemdonck is zeer tevreden over u, gij weet het wel.
mming had opgemerkt, en misschien had er iets aan zijn schrijfwerk ontbroken. Daarenboven, Lieveken antwoordde niet; reeds zes lange weken waren er verloopen. Zou hij ooit nog wel
schreeuw van verrassing en blijdschap. Hij zag van verre zijne moeder voor de de
ruit, trok zijne moe
ef van L
van hare ouders; hi
taat er i
dat ik geen ges
... Hij is van Lieveken zelve. Luist
madam D
mij nu madam?" kreet de
in Frankijk noemt men iedere vrouw madam; maa
madam D
ven u zal wederzien. Mijn vader zegt dikwijls, dat hij nooit meer naar het land zal wederkeeren; want hier is overvloedig werk en een hoog dagloon. Mijne moeder heeft nog geenen winkel voor mij kunnen vinden. Ik werk op eene fabriek en win zes franken in de week. Mocht mijne moeder toch spoedig eenen winkel voor mij vinden! De menschen op de fabriek zijn zoo grof en zoo baldadig; zij schelden en vloeken altijd, en omdat ik eenen afkeer van die woestheid heb, lachen ze mij uit en plagen mij. Ik ben er bijna ziek van geworden; maar nu is het wat beter. Mijn broeder Tist is zijn linker oog kwijtgeraakt in een gevecht tusschen Vlaamsche en Fransche
oedige di
EVE WIL
grijpen, dat hij ten onrechte zich zoo diep bedroefde. Wat was er dan zoo ongelukkig in het lot van Lieveken? Zij treurde, omdat zij verre van hare
t angstig voorgevoel uit, dat Lieveken door de gedurige aanraking met de grove, onwetende lieden hare zedigheid en de zuiverheid haars harten zou kunnen verliezen. Dit ware volgens hem het grootste ongeluk, dat
eken! Arm
rdriet; want in zijns vaders tegenwoordigheid dorst hi
fden avond te schrijven, om haar te troosten en haar moed te geven. Men zou daarenboven in den brief aan haar e
og tegenwoordig ware; de betuiging harer dankbaarheid, de zekerheid dat zij nog aan hunne zoete vriendschap dacht, deed hem zoo goed aan het hart. Met deze troostende overweg
delieve; er kwam geene tijding. Men schreef eenen ande
aarin Damhout aandrong om Godelieve het fabriekwerk te doen verlaten, zou hem waarschijnlijk hebben doen besluiten alle betrekking tusschen zijn huisgezin en de Damhouts af te breken. Misschien had het woeste gezelschap, wa
daarop antwoordde om hem te troosten, deed het schaamrood op Bavo's voorhoofd klimmen. Hij stamelde eenige verontschuldigingen en bleef dan zwijgend in
eelgenoote, dan eene zuster? Zijne moeder had het niet gezegd; maar waarom dan had zij gesproken van
eken noemde, keerde hij de samenspraak af.-Dit belette echter niet, dat zijne ziel treurde en nog snakte naar de afwezige vriendinne. Elke maal dat h
n de Wildenslags veel geld, ja veel te veel; want zij waren gekend als de grootste drinkers en zwierders van geheel de stad. Zij lagen ook altijd in twist met iedereen en schenen in ruzie en in vechten hun vermaak te vinde
an den meester-klerk. Men had zijne jaarwedde reeds tot zeshonderd franken verhoogd, en dewijl zijn vader bleef werken en zijne moeder nog immer voor h
ijderen van deze plaats, waar zijne wieg had gestaan en waar hij zijne gelukkige kindsheid had gesleten. Zeide en herhaalde zij hem niet dagelijks, hoe zijn
erd, een weinig verder aan de straat, een klein doch net huisj
l over zijne ouders. De jongen sprak niet en was zeer zwaarmoedig; zijne oogen dwaalden soms rond de kamer, als z
een man in de kamer,
lechts! ga naar de Blauwe Geit, bij Pi
nde, greep hij de hand
zijn, zonder u te hebben gezien. Gij hebt geluk, ik wee
l vier jaar is het geleden, dat ik u voor de l
krijk; daar is a
Frank
azemmes, b
n de ouders en Bavo m
dert u dit?" m
ags? Die wonen ook te Wazemmes,
. Ik heb ze gedurende acht of tien dagen gezien; want ik heb wel een half jaar te Douai gewerkt; maar de week na mijne aankomst zijn de Wildenslags eensklaps van d
nslags varen
reld dan de Wildenslags; gij moest ze nu zien, Adriaan! Ze doen niets dan zwieren en slempen, halve weken;
het hoofd. Ziende dat Steven de hand van haren man g
erts, hoe het met Godelieve Wildensl
gere? Met blond haar en
J
al te wel gezien. Die is nog veel erger dan de anderen
gij zeggen
s razenden aan het kijven zijn. Daar komt eensklaps Godelieve met den kloef in de hand het huis uitgeschoten en begint te slaan en te vechten, dat men ze wel met vieren moest vasthouden en bedwingen. De leelijke woorden, die zij sprak, maakten mij zuiver beschaamd
gelijk!" zuchtte vrouw Damhout.
geraakt, omdat men hare moeder aanviel.... Nu, Adriaan, houd u wel,
ers bezagen elkander en hunnen zoon met treurige verbaasdheid. Bavo scheen vergra
e spreken, om hem te troosten en Godelieve te veron
moeder, niets gekregen dan lessen van deugd en zedelijkheid. Uwe goedheid, uwe weldaden, onze vriendschap, dit alles heeft zij vergeten. Zij is dubbel schuldig. O, ik zal haar aandenken in mijn hart versmachten met geweld. Moeder, doe de werklieden komen, seffens: alles moet weg naar onze nieuw
dat zijne moeder bekommerd was en hem wilde wede
Morgen zal ik aan niets meer denken; het is gedaan; ik ha
de handen zijner moeder teederlijk te